Men zegt vaak dat diegene die in het Noorden van het land, de kop van de draak, wonen niet snel of veel naar het lijf van de draak of het Zuiden van het land trekken, en in mijn en Hien’s geval mag dat als waarheid beschouwd worden. Het heeft me tot Kerst enkele dagen geleden geduurd om in de Centrale Hooglanden en meer bepaald Da Lat te geraken (bij Hien langer uiteraard). Daar het de huwelijksreisbestemming van het land genoemd wordt, leek het me perfect om het tijdens de Kerstvakantie op te zoeken, voor een vijftal dagen.
Ik ga geen gedetailleerd reisverslag neerpennen, die details krijg je niet te lezen :-) maar toch een aantal impressies:
Da Lat is een voormalig Frans kuuroord. ‘The city of eternal spring’ bracht de Franzosen in der tijd een verademing voor de zwoele Saigonese hitte. Er waren zelfs serieuze plannen om er het hoofdkwartier van Indo-China neer te poten. Deze Franse aanwezigheid resulteerde in prachtige villa’s klein en groot in meer dan vijf Franse bouwstijlen, in boulevards die zich krullen rond de heuvels waar die villa’s op gebouwd staan, in koninklijke paleizen in Corbusier stijl, in aangelegde meren en golfterreinen, in een schattig Romaans kerkje en dito Lycée, in een van de meest katholieke regio’s van het land.
Vandaag is het vergane glorie, maar ondanks dat dit land bijna platgebombardeerd is geweest kun je je nog perfect inbeelden hoe het er toen moet uitgezien hebben.Geen excuses voor kolonisatie, maar net zoals in Ha Noi hebben de Fransen hun architecturale kunde toch serieus goed kunnen exporteren, helaas geregeld zonder respect voor de lokale bouwstijl en tradities. Net zoals een Franse villa in Ha Noi me zeker zou kunnen bekoren, is dit het geval in Da Lat.
Vandaag is Da Lat verworden tot een portie la douce France op leeftijd, gemixt met de gekende Vietnamese kitsch en bric-à-brac bouwstijl, romantische meligheid, heuvels bekleed met fruit- en groentenserres, genoeg om het ganse land te voorzien, gebetoneerde watervallen en meren die meer pretparken dan natuurlijke schoonheid meer zijn, de alomtegenwoordige verkeersdrukte, boeddhabeelden in ongekende hoogtes en vormen, net zoals de pagoda’s en tempels en nog steeds – gelukkig – veel sparren en groen.
Ik ben blij dat ik het gezien heb, maar net zoals bij vele plekjes in Viet Nam die ik heb bezocht moet ik er niet per se naartoe terugkeren. Het is een ooh, maar geen waw-bestemming. Daarvoor biedt het verlanglijstje sowieso al genoeg alternatieven.
(meer foto's op fbook, als Viet Nam beslist om die weer te deblokkeren)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten