We hebben ondertussen ook al sinds gisteren de eerste volle maan
Ik heb me
De laatste dag zelf ben ik bij Hien’s
Op de eerste dag en de d
De

Ik heb Tet mogen ervaren en ervan genoten, en ik ben zeker dat mijn vrienden dat ook zo hebben aangevoeld.
Net zoals kerst bij ons, wordt tijdens Tet een en al gedecoreerd en een en al geprepareerd. Eerst en vooral, de beste gelijkenis met kerst is ... de boom, of beter gezegd bomen. Ieder gezin moet tijdens de Tat Nien (zie deel 1) of een kumquat struik plaatsen of een paarse perzikbloesem of zelfs beide. Volgens de traditie stellen de struiken namelijk alle generaties voor: het fruit de grootouders, de bloemen de ouders, de knoppen de kinderen en de kleine verse groene blaadjes de kleinkinderen. Het fruit moet ook perfect rond zijn en glanzen om een voorspoedig en gelukkig jaar tegemoet te kunnen gaan. Het woord ‘oranje’ zou immers volgens het oud-Chinees ook bijna hetzelfde klinken als het woord voor rijkdom,
daarom de kumquat. In het zuiden wordt in plaats van de perzikbloesem de gele abrikoosbloesem in huis gezet, in het koude noorden vaak de witte pruimenbloesem. Vooral die laatste heeft mijn voorkeur. Het is enorm grappig om zien dat sommige struiken kerstslingers krijgen. De kerstballen komen misschien volgend jaar?
In de struiken hangen hier en daar rode enveloppes, meestal met het zodiac teken voor het volgende jaar op, dit jaar de kat. In de rode enveloppes wordt geld gestopt, het ‘lucky money’. Vaak wordt die aan de kinderen gegeven (naast het speelgoed, maar dat is voor het laatste deel van deze reeks), maar ook aan de kinderen van de grootouders bijvoorbeeld. Het geld dient om te offeren in de pagoda’s en de tempels als geschenk aan de
goden met de hoop evenveel of meer terug te krijgen. Via de rode enveloppes wordt ‘voorspoed’ geschonken en gewenst vanwege de ouders.
Naast al dit wordt het huis versierd met bloemen allerhande. Samen met de bloesems moet dit de lente verwelkomen. Geef toe, een huis vol bloesems en bloemen ruikt opvallend veel naar de lente.
De maag wordt uiteraard ook niet vergeten. Zoals beschreven in deel 1 vinden er uitgebreide maaltijden plaats voor bijna iedere laatste iets. De traditionele maaltijd voor het nieuwe jaar is uiteraard redelijk vlezig en bestaat uit het volgende: banh ngot of oranje gekleurde zoete plakrijst met zoete mungbonen pasta in het midden, bamboescheuten soep met geweekte vel van het varken, gelei van varkensvlees, verse kruiden en ei, gestoomde of gekookte kip en niet te vergeten, de banh chung of de groene (door de bananenbladeren) en vierkantvormige plakrijst met gehakt in het midden. Vooral deze laatste mag niet ontbreken en wordt soms als cadeau meegebracht. Als aperitief en tegelijk
dessert, pompoenzaadjes, zoete snoepjes, en groene bonen pasta met sesam. Als drank uiteraard de rijstwijn en gewone wijn. Voor vegetariërs klinkt het niet altijd even appetijtelijk, maar geloof me de ervaring en een aantal niet Tetgebonden schotels erbovenop maakt het allemaal even smakelijk of interessant voor het oog als voor de maag.
We zijn er bijna, we mogen al bijna aftellen naar het nieuwe maanjaar. De speciale atmosfeer die dan overheerst beschrijf ik in het volgende stukje over de laatste dag van het oude jaar en de eerste dag van het nieuwe jaar.
Tet loopt over van allerlei tradities en gebruiken van etnische, animistische, Chinese, Tao, Buddhistische, Confucianistische en nog zoveel meer oorsprong. Er zijn boeken over geschreven die ik je kan aanraden om te lezen, maar laat me hier toch enkele belangrijke neerpennen die ik ook heb kunnen ervaren dit jaar.
De keukengod of Ong Tao is een soort van god die het ganse jaar vereerd wordt in de intieme familiekring. Hij ‘verblijft’ bijna het ganse jaar in het huis en is op die manier op de hoogte van al het doen en laten van de personen die in het huis wonen of werken, tot het kleinste geheim. Een soort van huisgod dus vergelijkbaar met de geest van de grond of het huis die Laotianen vereren. Op de 23ste dag van de twaalfde maand van het maanjaar keert de huisgod terug naar de hemel om aan de Jade Keizer verslag uit te brengen. Voor dit laatste heeft de keukengod zeven dagen nodig, de zeven dagen voor Tet. Dit is het moment wanneer alle Tet voorbereidingen in gang worden gezet.
Offers in de vorm van fruit, drank, papiergeld enzovoort worden aan de huisgod gebracht, en papier in de vorm van karpers, paarden, kledij enzovoort worden verbrand. In de Buddhistische traditie betekent verbranden iets naar de spirituele wereld transformeren. Op die manier help men de keukengod dus bijvoorbeeld met een paard of karper als transport om zijn reis naar de hemel te ondernemen. Soms wordt zelfs een levende vis opnieuw in het water gezet. De bedoeling van dit alles is dus om te zorgen dat de keukengod een meer dan goed verslag brengt aan de Jade Keizer. Op basis van dit verslag (en dus de goede daden van het voorbije jaar) wordt dus de portie geluk voor het volgende jaar bepaalt.
Wanneer de keukengod het huis verlaat beginnen de voorbereidingen. De periode van Tat Nien, ‘het einde’ of ‘het jaar uitdoven’ luidt het begin in van een enorm feestelijke atmosfeer zowel in het huis als in de stad, en zoals altijd betekent feest in Vietnam veel eten en drinken. De laatste dag op kantoor, de laatste rit naar huis, de laatste schooldag, zelfs het laatste bad voor het nieuwe jaar wordt gevierd met een uitbundige maaltijd.
Het oog en de maag worden extra verwend. Hoe? Vertel ik je straks.